Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt hoe het eruit ziet De eerste indicator van autisme is de aanwezigheid van abnormale cellen in de placenta. Tot nu toe werd autisme op de leeftijd van drie jaar gediagnosticeerd, hoewel soms de ouders van de baby kunnen detecteren dat er iets mis is wanneer de baby 18 maanden oud is.
Het is heel belangrijk om autisme zo snel mogelijk te diagnosticeren, zodat het vanaf het begin kan worden benaderd, met meer zekerheid kan worden begrepen en gehandeld. Autisme is een ontwikkelingsstoornis die 1 op de 200 kinderen treft en die verschillende soorten problemen veroorzaakt, zoals relaties met anderen, spraak of leren onder anderen. Het is ook een ziekte die meer aanwezig is dan het syndroom van Down of kanker bij kinderen.
De wetenschappers analyseerden 74 weefselmonsters van verschillende placenta's die in verschillende onderzoekscentra waren verkregen, waarvan 13 afkomstig waren van kinderen met een vorm van autisme, de rest van kinderen die de aandoening niet hadden. Een verschil werd gevonden tussen de twee soorten placenta-weefsel, de placenta's die tot autistische kinderen behoorden, hadden drie keer meer abnormale microscopische depressies in vergelijking met de placenta's van kinderen die de ziekte niet hadden. Deze depressies of holtes op het oppervlak van de placenta waren al gekoppeld aan andere soorten genetische defecten zoals het syndroom van Down of het syndroom van Turner, maar tot nu toe waren ze niet gerelateerd aan autisme.
Het is heel goed mogelijk dat na dit onderzoek routinematige tests worden uitgevoerd op de placenta van kinderen die enig risico kunnen inhouden, zoals een broer of zus die al autistisch is.
Hopelijk gaat het onderzoek in de toekomst voldoende vooruit om te voorkomen dat kinderen met deze ziekte worden geboren.
